Posts tonen met het label Saar Gouwy. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Saar Gouwy. Alle posts tonen

maandag 21 mei 2012

Stand van de pedalen

Hand- en voetdominantie:
Om te weten te komen wat de beste startstand is voor de pedalen. Kan er gekeken worden naar de voetvoorkeur of dominantie. Ben je rechtshandig dan gaat de voetvoorkeur naar rechts. Hierbij zou het handig zijn als de stopstand rechts is. De persoon zal gemakkelijker in een reflex de rechterkant van het pedaal indrukken dan de linkerkant. Bv. bij het vullen van de kussens. Het omgekeerde geldt voor linkshandigen.
Omdat de kussens meer bijgevuld moeten worden, kan er ook gekeken worden om het pedaal van het vullen aan de rechterkant te plaatsen. Dit zorgt voor een betere houding en kan de werknemer gemakkelijker werken. Op intuïtieve basis zal de persoon ook vlugger de rechter pedaal gebruiken als die rechtshandig is.
Weetje: Van alle mensen is ongeveer 90% rechtshandig en 10% linkshandig.

zondag 11 maart 2012

SF-36 Vragenlijst


Status Praesens van M.B.

Status Praesens

Functiegebieden:

·         Sensomotorisch: Op motorisch vlak ondervindt M. nauwelijks tot geen problemen bij het werken. Ze werkt aan de machine waar de kussens worden afgeblazen nadat ze gevuld zijn. Ze draagt steunzolen tijdens het werken dit voor haar rug. Haar rug wordt herhaaldelijke keren belast bij het werken wanneer de kussens moet dragen. kussens.

·         Cognitief: M. heeft meer problemen op cognitief vlak daarom is ze tewerkgesteld in een beschutte werkplaats.

·         Interpersoonlijk: Op het werk heeft M. geen vaste, goede vrienden. Het zijn allemaal collega’s. Tijdens de pauze wordt er wel met elkaar gepraat. Buiten de beschutte werkplaats heeft M. een vriendenkring. M. is zeer spraakzaam tijdens de gesprekken.

·         Intrapersoonlijk: Intrapersoonlijk zijn er geen problemen te vinden. M. staat open voor nieuwe dingen en vraagt hulp waar nodig. Weet wat van haar verwacht wordt op haar werk.

Handelingsgebieden:

·         Wonen: Ze woont samen met haar vriend, haar kinderen gaan in de week op internaat en komen in het weekend naar huis.

·         Werken: M. werkt in een beschutte werkplaats ’t Veer in Menen in de afdeling textiel.

·         Vrijetijd: Haar vrijetijd in het weekend gaat naar de zorg voor haar kinderen. Tijdens de week gaat ze gaan werken en gaat ze 1 maal haar huis kuisen.